Op 3 juli heeft de kamer een motie aangenomen die de regering “verzoekt … om regie te pakken en wetgeving voor te bereiden die gericht is op het voorkomen en beperken van natuurbranden, daarbij maatregelen te overwegen zoals verplichte risicoanalyses, het opstellen van natuurbrandbeheersingsplannen voor risicogebieden en structurele samenwerking tussen overheden, terreinbeheerders en hulpdiensten, en de Kamer hierover voor het natuurbrandseizoen van 2026 te informeren.”
VBNE vindt het belangrijk dat natuurbrandpreventie versterkt wordt maar is van mening dat het eerder ingezette traject om te komen tot een convenant de beste en snelste manier is om de samenwerking rond natuurbrandpreventie vorm te geven en te versterken. In onze ogen kunnen terreinbeheerders, samen met de brandweer en andere partijen, per gebied het best bepalen hoe risico’s in die situatie verminderd kunnen worden.
Als terreineigenaren zijn we terughoudend met algemene voorschriften voor inrichting, beheer en aansprakelijkheid. Ook is het belangrijk dat gekeken wordt naar maatregelen buiten natuurgebieden (bijvoorbeeld via ruimtelijke ordening), dat opdrachten haalbaar zijn en niet conflicteren met onze andere (natuur)doelen en dat er voldoende middelen voor de maatregelen en het beheer ervan zijn.
Een belangrijke stap om natuurbrandpreventie te versterken is het maken van natuurbrandpreventieplannen en het vervolgens uitvoeren van terreinmaatregelen. Het Ministerie van LVVN heeft hier middelen voor gereserveerd. VBNE is samen met de Unie van Bosgroepen in gesprek met LVVN en de provincies over de manier waarop alle terreinbeheerders die middelen kunnen inzetten en aanvragen. De gedachte is dat VBNE een loketfunctie krijgt om de middelen aan te vragen. Nadere berichtgeving volgt.