Mei, juni en juli zijn de maanden waarin de eikenprocessierups doorgaans actief is. Sinds piekjaar 2019 zijn de aantallen van dit plaaginsect sterk afgenomen. Toch wordt er nog steeds af en toe melding gemaakt van overlast door de ‘EPR’. Bijvoorbeeld in de gemeente Nieuwegein, waar men inzet op natuurlijke plaagdierbestrijding met behulp van mezen en andere natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups. Dat ecologisch beheer van eikenprocessierupsen effectief kan zijn werd onlangs nog bevestigd in het LIFE-project Eikenprocessierups. In het kader van dat project worden drie beheermethoden onderzocht: het aantrekken van mezen als natuurlijke predatoren, aangepast bermbeheer om parasitaire sluipwespen- en vliegen aan te trekken, en het kweken en uitzetten van de grote poppenrover – een inheemse loopkever die zich graag voedt met harige rupsen. Hoewel nog niet alle tests zijn afgerond, lijken de eerste resultaten positief. Als opvallende ‘bijvangst’ werd geconstateerd dat de groei van klimop tegen eikenbomen de kans op de aanwezigheid van processierupsen lijkt te verkleinen.
Om beleidsmakers en beheerders te ondersteunen bij een zo ecologisch mogelijk beheer van de eikenprocessierups is een toolkit samengesteld. In november zal daarin ook de film ‘Een gemeenschap van leven: Het relaas van een rups’ verschijnen, waarin een antwoord wordt gezocht op de vraag hoe we ons als mens tot de natuur verhouden: zijn we eigenaar of leven we samen?
Raadpleeg voor advies over de bestrijding, communicatie en aansprakelijkheid bij de aanwezigheid van eikenprocessierupsen ook het VBNE-praktijkadvies Eikenprocessierups in bos en natuur.
