Keuzehulp boomsoortenmenging
Er is steeds meer aandacht voor boomsoorten die bestand zijn tegen de gevolgen van klimaatverandering, zoals lange periodes van droogte of juist extreme natheid. Hierbij wordt gekeken naar een breed scala aan soorten. Dit kunnen zowel inheemse en ingeburgerde soorten zijn als ook soorten die nieuw zijn voor het Nederlandse bos. Maar waar moet je aan denken voordat je kiest welke soort je wilt toevoegen aan je bos? De keuzehulp die voor je ligt helpt je om de juiste vragen te stellen om te komen tot een goede afweging.
Keuzehulp gebruiken
Voordat je begint met het gebruiken van het keuzehulp zijn er wat dingen van belang.
- Hoewel de nadruk wordt gelegd op boomsoorten zijn ook struiksoorten van belang in termen van soortenrijkdom en klimaatrobuustheid. Waar in dit kader alleen ‘boomsoorten’ wordt genoemd mag in het achterhoofd ook ‘struiksoorten’ worden aangevuld.
- Belangrijk voor de vitaliteit van een boom is de geschiktheid van de groeiplaats. Toch is het ook goed om de grenzen op te zoeken om erachter te komen wat een soort aan kan.
- Voor het aanplanten van bomen is het goed om plantmateriaal te gebruiken dat in de Rassenlijst Bomen is opgenomen. Dit verzekert dat de kwaliteit van het plantmateriaal geschikt is voor de doelstelling die je met de soort voor ogen hebt. Naast plantmateriaal dat uit Nederland afkomstig is, bevat de lijst ook goedgekeurde herkomsten uit het buitenland.
- Wanneer een bos FSC- of PEFC-gecertificeerd is, zijn er limitaties voor het aanplanten van plantmateriaal dat niet opgenomen is in de Rassenlijst.
Terminologie
- Voldoende mengboomsoorten
Onder voldoende mengboomsoorten verstaan we dat bij een oppervlak van minimaal 0,5 ha de dominante boomsoort minder dan 60% van het grondvlak bedekt. Daarnaast zijn er in totaal minimaal 3 soorten die ieder meer dan 5% van het grondvlak bedekken. Het is belangrijk om op een voldoende grote schaal te kijken. Een opstand kan soortenarm zijn, maar wanneer die slechts 0,1 ha telt en er omheen soortenrijke opstanden liggen maakt dat niet zo veel uit. - Voldoende mogelijkheden t.a.v. beheerdoelstellingen
Bij voldoende mogelijkheden om je beheerdoelstellingen te halen kun je denken aan:
– Voldoende inheemse boomsoorten voor de ecologische doelstellingen
– Voldoende soorten die bijdragen aan de productiedoelstelling in een multifunctioneel bos.
– Inbrengen meer droogteresistente soorten
– In bos waar klimaatdoelstellingen een grote rol spelen, soorten die veel fijnstof en/of CO2 kunnen vastleggen
– In gebieden waar zoute kwel aanwezig is, het inbrengen van zouttolerante soorten
Een vitale bosbodem is van fundamenteel belang voor het behalen van zowel ecologische als productiedoelstellingen. Daarom is het aan te raden een aanzienlijk deel van de menging te laten bestaan uit soorten met basenrijk strooisel. - Veelzijdige bosverjonging
De streefwaarde voor bosverjonging is minstens 2500 stuks verjonging per hectare bestaande uit meer dan drie soorten. Een soort wordt meegeteld als deze minimaal 5% aandeel heeft in de totale verjonging. - Oude boskernen en hakhoutbossen
In Nederland bestaan er verschillende soorten historisch bos. Een oude boskern is een actuele groeiplaats van autochtone bomen en struiken. Hakhoutbos is bos dat vroeger met korte rotatietijden van 5 tot 10 jaar werd geoogst. Er zijn meer soorten cultuurhistorisch bos. Zo heb je ook het stinzenbos en het parkbos. In dit afwegingskader worden die echter niet meegenomen. Het zijn van oudsher juist plekken waar exotische boomsoorten, voornamelijk voor de sier, werden geplant.
Meer onderzoek naar natuur

Natuurkennis.nl is de
meest complete kennisbank
met onderzoek en
praktisch advies over
bos- en natuurbeheer.