Ophogen beekbodems: mooie resultaten en veel lessen geleerd
Hoe kun je de bodem van diep uitgesleten beken ophogen, zodat de beek langzamer stroomt bij hoge afvoeren en er een meer gevarieerd beekmilieu ontstaat? Deze vraag staat centraal in het OBN Kennisuur van 20 maart. Er zijn in het land al meer experimenten gedaan, dus het wordt tijd om de lessen die daar zijn geleerd te gaan delen. Twee experts, Fons Eysink en Ralf Verdonschot, leggen uit welke belangrijke aandachtspunten er zijn om gunstige omstandigheden te creëren voor de beekflora en -fauna.
Als gevolg van menselijk ingrijpen zijn veel Nederlandse beken in de laatste eeuw steeds dieper ingesneden in het landschap. Het gevolg is tweeledig: kaalgespoelde beekbodems waar dieren geen schuilplaatsen of voedsel kunnen vinden en verdroging van het beekdal, waardoor kwelafhankelijke schraalgraslanden en elzenbroekbossen verdwijnen. In de laatste decennia zijn beheerders daarom gestart met kleinschalige experimentele projecten met beekbodemverhoging door actief zand te suppleren in de beek of beddingmateriaal vast te houden met dammen van grind en hout.. Dat levert geregeld mooie resultaten op, maar soms gaat het mis, bijvoorbeeld omdat het ingebrachte materiaal meteen wegspoelde.
In dit OBN Kennisuur legt landschapsecoloog Fons Eysink uit welke projecten er zijn opgezet, en welke resultaten dat opleverde. Ralf Verdonschot van Wageningen UR licht toe welke veranderingen er optraden in de beek en waardoor deze veroorzaakt werden.
Uit deze praktijk- en onderzoekservaring kunnen lessen worden getrokken voor toekomstige projecten: wat moet je wel en wat moet je niet doen bij het ophogen van beekbodems?